Je bevindt je nu in de testomgeving.

Pardon, het gaat om kinderen

Geplaatst op 9 november 2018

Ze wonen vijf jaar of langer in Nederland. Ze zitten hier op school, hebben klasgenoten, vrienden. Ze zijn opgegroeid in onze cultuur. Ze spreken onze taal. En nu zitten drie Armeense kinderen met hun ouders dag in dag uit in een kerk, onder grote druk en blij met al de mensen die meeleven en helpen.

In de Bethelkerk in Den Haag is een doorlopende kerkdienst aan de gang, zodat de kinderen Tamrazyan (15, 19 en 21 jaar) niet uitgezet kunnen worden. Velen willen helpen. Anderen zeggen: ‘Nee. De rechter heeft gesproken.’ Een moreel dilemma, dat bij mij steeds dezelfde gedachte oproept: pardon, het gaat om kinderen! Kinderen die in de knel zitten en in grote spanning leven. Voor nu lijkt er perspectief, maar hoelang houden de vrijwilligers die doorlopende kerkdienst vol? Wanneer staat de politie op de stoep om ze mee te nemen? Wat doet die spanning met de kinderen?

Beroep op onze compassie

De drie kinderen Tamrazyan zijn niet de enigen. Ik lees over kinderen die zijn teruggestuurd na een verblijf van vele jaren in Nederland. Naar een land waar ze de taal niet spreken en soms niet naar school kunnen. Waar ze in hun nieuwe huis apathisch voor zich uit staren, op de rand van een depressie. Of daar al middenin. Het gaat om kinderen! Ik weet het, op veel plaatsen in de wereld zijn kinderen kind van de rekening. In oorlogssituaties, bij kindermisbruik, ga maar door. Daar kunnen we niet altijd iets aan doen. Maar hier wel. Dit doet een beroep op een fundamentele waarde van onze samenleving – compassie. Daarom was er al eerder een kinderpardon.

De wet is de wet?

Maar de rechter heeft toch uitspraak gedaan? Natuurlijk is de rechtsstaat fundamenteel, net als de democratie. Maar rechters voeren door de politiek gemaakte wetten uit. Die wetten kunnen veranderen. Daar richten wij ons op: de wetten, instituties en procedures die wij in Nederland met elkaar opstellen. En op de manier waarop die soms toegepast worden.

Zorg voor snelle procedures

Er moeten procedures zijn, we kunnen niet iedereen onbeperkt toelaten. Maar die procedures mogen niet nodeloos ingewikkeld zijn. Zoals nu geldt voor het meewerkcriterium: wie niet meewerkt aan zijn uitzetting heeft daardoor geen recht op asiel. Ik ben vast niet de enige die dit niet begrijpt.

Wij kunnen onze procedures versnellen. Dat is een verantwoordelijkheid van de samenleving en de politiek. We kunnen niet toestaan dat mensen meer dan vijf jaar in een procedure zitten en dat kinderen kind van de rekening worden.

Menselijke oplossing

Er is een eenvoudige oplossing. Neem in de wet op dat als er binnen een of twee jaar geen beslissing is, de kinderen automatisch mogen blijven. Voorwaarde is dat procedures snel en doelgericht doorlopen kunnen worden. Dat vraagt voldoende mensen en middelen voor de uitvoeringsorganisatie. Maar het vraagt ook wat van de mensen die migranten helpen. Is het bijvoorbeeld altijd wijs procedures zo veel mogelijk te vertragen? In een individueel geval zeg je snel ja. Maar als systeem? Zijn inmiddels gesettelde kinderen die we na jaren terugsturen, niet ook een morele verantwoordelijkheid?

Zouden we dan willen denken over snelle en rechtvaardige procedures, inclusief een automatisch verblijfsrecht na het overschrijden van een vaste termijn?

Wij kunnen in Nederland niet de hele wereld redden, maar we kunnen wel procedures maken die sneller uitsluitsel bieden en dus menselijker zijn. Daarom begrijp ik die mensen in Bethel goed. Want: pardon, het gaat wel om kinderen.

 

Tekst: George Gelauff (programmaleider maatschappelijke betrokkenheid bij het Apostolisch Genootschap)

 

Dit artikel verscheen op 9 november 2018 in het Nederlands Dagblad.